MANAGEMENT VAN HET PAARD MET MIM/PSSM2

 

In het geval van een accute aanval van spierbevangenheid is het zaak het paard niet meer te laten bewegen en meteen de dierenarts te bellen. Houd het paard warm met een deken of warmtelampen als de buitentemperatuur laag is. De arts zal waarschijnlijk pijnstilling en spierontspanners toedienen. Medicatie is niet alleen belangrijk voor het comfort van het paard, maar zal ook verdere verkramping tegengaan die een aanval kan verergeren. 

Bij mildere aanvallen of lichtere symptomen is (tijdelijke) pijnstilling soms ook te adviseren om een escalatie van symptomen te voorkomen doordat het paard de spieren aan gaat spannen ter compensatie van de pijn of kramp. Overleg met de dierenarts of je pijnstilling (flunixinepasta) op voorraad mag hebben om aanvallen in een vroeg stadium te kunnen ondervangen. Voor sommige handelingen zoals bijvoorbeeld een gebitsbehandeling kan het handig zijn naast sedatie ook preventief een spierontspanner toe te dienen en in de week/twee weken voorafgaand en volgend op een behandeling de toediening van eiwitten (en eventueel vitamine E) te verhogen. Ook rond stressvolle gebeurtenissen zoals de jaarwisseling (vuurwerk) of een verhuizing kan het helpen om deze aanpassing te maken.

De twee belangrijkste factoren in het managen van een paard met MIM/PSSM2 zijn voeding en beweging.

Het dient benadrukt te worden dat PSSM type 2 géén suikeropslagprobleem is en dat het management dat geschikt is voor een paard met PSSM type 1 dergelijke paarden niet (voldoende) zal helpen! Lees dus aandachtig de informatie over de verschillende types en hun management.