OVER MUSCLE INTEGRITY MYOPATHY (MIM)
Het Amerikaanse bedrijf EquiSeq heeft uit onderzoek geconcludeerd dat PSSM type 2 geen suikeropslagprobleem is, maar een chronisch spierafbraakprobleem. Zij hebben de genen die zij hebben geïdentificeerd P2, P3, P4, P8, Px en K1 genoemd. Deze genen worden semi-dominant genoemd. Een paard is aangedaan en dus lijder ("heeft PSSM") bij het hebben van 1 copie (bijvoorbeeld n/P2 of n/P4), maar de symptomen zijn meestal heftiger als het paard twee copieën van het gen draagt (bijvoorbeeld P2/P2 of P4/P4) of meerdere varianten uit het panel heeft (bijvoorbeeld n/P2 in combinatie met n/P4 of n/P3 in combinatie met n/Px).
Aan elke variant van het EquiSeq panel ligt een ander mechanisme ten grondslag, maar de symptomen komen in grote lijnen overeen (zie: symptomen). Symptomen worden vaak pas zichtbaar vanaf een leeftijd van 7 - 10 jaar. Vaak worden paarden symptomatisch nadat zich een trigger voor heeft gedaan die een negatieve stikstofbalans in het lichaam veroorzaakt. Denk hierbij aan een medische ingreep of een verwonding. Ook vaccinaties zijn een mogelijke trigger.
P2 is een mutatie van het MYOT gen, een gen dat myotiline codeert. Deze mutatie tast de integriteit van de Z-disk aan, waardoor de betreffende spier wordt verzwakt en atrofieert. Bij mensen is deze mutatie de oorzaak van Myofibrillar Myopathy 3 (MFM3). Deze spierafwijking komt veelal op volwassen leeftijd tot uitdrukking en geeft symptomen van Limb Girdle Muscular Distrophy 1A, een spierziekte met als hoofdsymptomen spierzwakte en spieratrofie in de (aansturing van de) ledematen.
P3 is een mutatie in het FLNC gen, een gen dat filamine C codeert. Deze mutatie tast de integriteit van de Z-disk aan, waardoor de bestreffende spier wordt verzwakt en atrofieert. Bij mensen wordt dit gen geassocieerd met Myofibrillar Myopathy 5 (MFM5). Het is een spierafwijking die veelal op volwassen leeftijd tot uitdrukking komt en symptomen van Limb Girdle Muscular Distrophy geeft, een spierzwakte en spieratrofie in de spiergroepen in de (aansturing van de) ledematen.
P4 is een mutatie van het MYOZ3 gen, een gen dat myozenine3 codeert. Myozenine is een component van de Z-disk die andere Z-disk eiwitten bindt en deze mutatie tast derhalve de integriteit van de Z-disk aan. In muizen is dit mechanisme al aangetoond; bij mensen zou dit tot op heden onopgeloste spierproblemen kunnen verklaren.
P8 is een mutatie in het PYROXD1 gen, een gen dat nodig is voor de anti-oxidatieve verdediging van het lichaam. Deze mutatie veroorzaakt onder andere afbraak van de integriteit van de sarcomeren van de Z-disk en de myofibrillen of contractiele elementen, waardoor spierzwakte en atrofie optreedt. Bij mensen wordt deze mutatie geassocieerd met Myofibrillar Myopathy 8 (MFM8).
Px is een mutatie in het CACNA2D3 gen, dat een regulerende subunit van de spanningsafhankelijke calciumkanalen codeert. Het beïnvloedt het process waarlangs motorneuronen signalen doorgeven om spiersamentrekking te initiëren. Dit gen wordt in verband gebracht met Recurrent Exertional Rhabdomyolysis (RER); de klassieke spierbevangenheid of maandagochtendziekte, waarbij het paard nauwelijks tot niet meer kan bewegen, overdadig zweet en (in ernstige gevallen) koffiekleurige urine heeft (myoglobinuria). In minder ernstige vorm kan dit zich uiten in spierstijfheid en/of afwijkend gangwerk. Verhoogde spierwaardes (CK en AST) zijn hierbij gebruikelijk. Een bijzonder kenmerk van paarden met Px is hun gevoeligheid voor stress en de soms extreme, explosieve uiting daarvan. De aanwezigheid van Px kan de symptomen van een paarden met P2, P3 of P4 versterken. Het is bekend dat er meerdere genen betrokken zijn bij het tot uitdrukking komen van RER. Hier wordt nog verder onderzoek naar gedaan.
K1 is een gemuteerde versie van COL6A3 en is gelinkt aan een verstoring in de aanmaak van collageen van het endomysium, een laag bindweefsel die de afzonderlijke spiervezels omhult. Bij mensen is deze aandoening bekend als de ziekte van Bethlem, die meestal wordt gerekend tot de groep congenitale spierdystrofieën. Bij paarden kan het zich uiten in symptomen die als typisch worden gezien voor PSSM type 2, zoals spierstijfheid, spiertrillingen, afwijkend gangwerk zoals rope walking en niet voorwaarts willen gaan.
Om de lading van de term beter te dekken wordt sinds 2023 aan de varianten van het EquiSeq panel gerefereerd met "Muscle Integrity Myopathy" in plaats van "PSSM2".
In Europa kan het complete EquiSeq panel uitsluitend worden getest bij Generatio/CAG (Center for Animal Genetics) in Duitsland.
De bevindingen van EquiSeq zijn nog niet gepubliceerd en peer reviewed. Dit proces loopt nog en maakt onder andere deel uit van het grootschalige onderzoek dat Dr Molly McCue leidt aan de Universiteit van Minnesota. Om deze reden moet er rekening mee worden gehouden dat de medische wetenschap en dus ook dierenartsen deze tests eventueel niet zullen aanbevelen of erkennen.