MANAGEMENT VOOR HET PAARD MET PSSM TYPE 1
In het geval van een accute aanval van spierbevangenheid is het zaak het paard niet meer te laten bewegen en meteen de dierenarts te bellen. Houd het paard warm met een deken of warmtelampen als de buitentemperatuur laag is. De arts zal waarschijnlijk pijnstilling en spierontspanners toedienen. Medicatie is niet alleen belangrijk voor het comfort van het paard, maar zal ook verdere verkramping tegengaan die een aanval kan verergeren. Indien de arts bloed af wil nemen is het goed om te weten dat de spierwaardes (LDH, CK) van PSSM type 1 paarden extreem hoog kunnen uitvallen en soms zelfs onmeetbaar zijn. Het paard staat er op dat moment vaak beter bij dan je met een dergelijke uitslag zou verwachten. Dit is "normaal" voor paarden met PSSM type 1 en veelal is dit proces met medicatie, tijd en aanpassing van het management nagenoeg volledig omkeerbaar.
Bij mildere aanvallen of lichtere symptomen is (tijdelijke) pijnstilling soms ook te adviseren om een escalatie van symptomen te voorkomen doordat het paard de spieren aan gaat spannen ter compensatie van de pijn of kramp. Overleg met de dierenarts of je pijnstilling (flunixinepasta) op voorraad mag hebben om aanvallen in een vroeg stadium te kunnen ondervangen. Voor sommige handelingen zoals bijvoorbeeld een gebitsbehandeling kan het handig zijn naast sedatie ook preventief een spierontspanner toe te dienen.
Paarden met PSSM type 1 hebben behoefte aan warmte en hebben vaak baat bij een deken, vooral als ze symptomatisch zijn.
PSSM type 1 is een genetische aandoening en er is geen genezing mogelijk. Met het juiste management kunnen veel paarden met PSSM type 1 echter een goed en actief leven leiden. De twee belangrijkste factoren in het managen van een paard met PSSM type 1 zijn voeding en beweging.