VOEDING VOOR HET PAARD MET MIM (PSSM2)

 

Paarden met PSSM type 2 worden geboren met een mechanisme van constante spierafbraak. Hierdoor heeft een paard met PSSM type 2 een voortdurend (sterk!) verhoogde behoefte aan eiwitten, die belangrijk zijn bij de aanmaak en reparatie van spierweefsel. Eiwitten bestaan simpel gezegd uit een keten van aminozuren. Ontbreken er bepaalde aminozuren, dan zal deze keten niet compleet zijn, waardoor er niet genoeg eiwitten beschikbaar zijn voor de aanmaak van spiercellen. Essentiële aminozuren zijn aminozuren die een paard zelf niet aan kan maken in het lichaam en die het daarom via de voeding binnen moet krijgen. De essentiële aminozuren waar het vaakst een tekort aan is in het (ruw)voer en die bovendien een bottleneck functie hebben bij het bouwen van eiwitten zijn: lysine, methionine en threonine. Deze aminozuren zijn dus extra belangrijk en er zijn eigenaren van paarden met PSSM type 2 die al veel succes boeken met het bijvoeren van slechts deze drie aminozuren. De standaard gift van deze aminozuren is 10 gram L-lysine, 5 gram DL-methionine en 2 gram L-threonine. Voor merries is het soms beter in plaats van 5 gram 2 gram DL-Methionine te voeren aangezien merries hormonaal kunnen reageren op methionine.

 

Veel paarden met PSSM type 2 lijken gebaat bij extra natuurlijke vitamine E (2000 - 6000IU). Vitamine E is een goede anti-oxidant, wat aanvallen helpt voorkomen. Ook paarden met PSSM type 2 hebben vaak baat bij extra Magnesium (8-15 gram) en zout (15-40 gram). Extra vet is niet noodzakelijk, maar een bron die rijk is aan omega 3 en laag aan omega 6 kan helpen ontstekingen te voorkomen. Lijnzaad en lijnzaadolie zijn een geschikte bron van vet en hoog in omega 3. 

 

Voorbeelden van eiwitrijk en daardoor geschikt voer voor paarden met PSSM type 2 zijn luzerne, esparcette en soja, maar hier moet bij vermeld worden dat niet elk paard deze voedingsmiddelen even goed verdraagt. Ook hennep (de gemalen hele plant met een te verwaarlozen aandeel THC) is al met succes gebruikt voor paarden met PSSM type 2.  Er kan ook voor worden gekozen aminozuren/eiwitten toe te voegen in de vorm van een supplement. Deze zijn veelal op basis van wei, daar wei een zeer compleet aminozurenprofiel heeft. Wei kan in licht bewerkte vorm aan paarden worden gevoerd in de vorm van weiconcentraat of wei-isolaat. Alternatieve en plantaardige eiwitbronnen die geschikt zijn voor paarden zijn erwteneiwitpoeder (pea protein) of rijsteiwitpoeder. Een richtlijn voor de hoeveelheid eiwitten per dag is 50-200 gram. 

 

Paarden met het Px gen hebben een iets andere aanpak nodig. Zij zijn gebaat bij een dieet dat een combinatie is van dat voor een paard met PSSM type 1 (dus laag in suikers met een vetbron voor energie) en een paard met PSSM type 2 (eiwitten/aminozuren). Paarden met het Px gen kunnen bovendien explosief reageren op een hoog calcium- en/of kaliumgehalte in hun voeding. Voor deze paarden zijn alfalfa/luzerne en soja om deze reden vaak ongeschikt. Een paard met de Px variant kan worden geholpen bij het compenseren voor een hoog kaliumgehalte in het voer (wat veel voorkomt in Nederland) door het bijvoeren van zout. Alle paarden en zeker paarden met PSSM hebben baat bij extra zout in hun dieet, maar voor paarden met Px is het bijvoeren van zout dus extra belangrijk. Een zoutblok is niet genoeg! Denk voor de hoeveelheid zout in de richting van een ruime eetlepel zout door het voer, of zoveel het paard wil accepteren.

Over het algemeen kunnen paarden met PSSM type 2 wel gewoon op de wei, in tegenstelling tot paarden met PSSM type 1. Uitzondering daarop zijn paarden met de Px variant. Zij doen het vaak het beste op een dieet dat vergelijkbaar is met dat voor een paard met PSSM type 1. Een paar uur per dag op de wei wordt door veel paarden met Px wel getolereerd.